Deel II Financiële begroting

Algemene dekkingsmiddelen, Overhead, Vennootschapsbelasting en Onvoorzien

  • De genoemde lasten en baten per programma resulteren in een uitgavenpost die gedekt wordt door de algemene dekkingsmiddelen.
  • Deze algemene dekkingsmiddelen zijn, in tegenstelling tot de bij de programma’s genoemde baten, vrij in te zetten binnen de begroting.
  • Daarnaast is in de begroting een niet programmagebonden bedrag apart gezet voor onvoorziene uitgaven.
  • In de volgende tabel is weergegeven welke lasten de uitvoering van de programma’s per saldo met zich meebrengen en welke algemene dekkingsmiddelen hier tegenover staan:

Saldo lasten en baten (bedragen * € 1.000)

Programma's

01 Samenleving

-42.511

02 Omgeving

-9.468

03 Organisatie

-17.934

Subtotaal

-69.913

4E VPB

4D Onvoorzien

-95

Subtotaal

-95

Totaal

-70.008

Dekkingsmiddelen

4A Algemene uitkering

61.686

4B Belastingen

10.557

4C Overige algemene dekkingsmiddelen

-2.234

Subtotaal

70.008

Saldo begroting

Voor de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordt het volgende uitgangspunt gehanteerd:
De inkomsten uit de Algemene uitkering zijn op basis van de mei- en septembercirculaire 2023 zoals weergegeven in de volgende tabel.

Bedragen x € 1.000

2024

2023

Inkomsten Algemene uitkering

61.317

56.925

De belastingen die de gemeente int zijn:

  • OZB voor eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen;
  • toeristenbelasting;
  • hondenbelasting;
  • reclamebelasting;

De begrote inkomsten per belastingsoort zijn weergegeven in de volgende tabel.

Bedragen x € 1.000

2024

2023

OZB eigenaren

9.289

7.645

OZB gebruikers

1.248

1.027

Totaal OZB

10.537

8.672

Hondenbelasting

109

158

Toeristenbelasting

583

675

Reclamebelasting

59

59

Totaal

11.288

9.564

Naast de inkomsten zijn er ook uitgaven met betrekking tot heffing en invordering van € 397.000, kwijtscheldingen van € 235.000 en uitvoering wet WOZ van € 99.000.

Voor meer informatie over de tariefstelling voor deze belastingen en de uitgangspunten die daarbij worden gehanteerd wordt verwezen naar paragraaf 1 Lokale heffingen.

Behalve de hiervoor genoemde algemene dekkingsmiddelen zijn er nog een aantal algemene dekkingsmiddelen opgenomen in de begroting. In deze paragraaf worden genoemd:

  • de dividenden die we als gemeente ontvangen;
  • het saldo van de rentebaten en -lasten (financieringsfunctie);
  • overige algemene dekkingsmiddelen.

Overige algemene dekkingsmiddelen

Dividenden
De inkomsten die we als gemeente ontvangen uit dividenden zijn gering. De belangrijkste dividenden zijn afkomstig van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Afvalcombinatie De Vallei.

Saldo van de rentebaten- en lasten
Het gebruik van eigen en externe financieringsmiddelen heeft rentelasten en -baten tot gevolg. Deze kosten worden met een vast rentepercentage doorberekend aan de investeringen in de programma’s. Uit praktische overwegingen wordt deze zogenaamde ‘rekenrente’ niet jaarlijks aangepast. Wij rekenen op dit moment met een rekenrente van 2,00%. Door de lage rentekosten op kort geld op dit moment, zijn de werkelijke rentekosten lager. Dit voordeel komt tot uitdrukking bij de algemene dekkingsmiddelen.

Overige algemene dekkingsmiddelen
De overige dekkingsmiddelen bestaan uit onder andere de bespaarde rente over eigen financieringsmiddelen, stelposten voor loon- en prijsontwikkeling en vervangingsinvesteringen.
In deze begroting stellen we voor de werkwijze met de stelpost voor loon- en prijsstijgingen te wijzigen In deze begroting is uitgaan van het jaarlijks doorrekenen van de inflatie op alle opbrengsten. Daarnaast is de verwachte kostenontwikkeling op alle budgetten doorgerekend. Het gevolg van deze realistische benadering van de begroting is dat de huidige stelpost loon- en prijscompensatie op basis van deze uitgangspunten wordt bepaald.

Mutaties reserves
Binnen de begroting worden onttrekkingen en toevoegingen aan reserves opgenomen. De mutaties voor 2024 zijn opgenomen in de tabellen per programma. Een verloopoverzicht per reserve is opgenomen in de financiële begroting onderdeel balanspositie, reserves en voorzieningen.

Overhead, Vennootschapsbelasting, Onvoorzien + Buffer
Voor een toelichting op deze onderdelen wordt verwezen naar de betreffende onderdelen.

Beleidsindicatoren en kengetallen:

2019

2020

2021

2022

2023

Woonlasten éénpersoonshuis-houden (BBV)

€ 709 

€ 757

€ 873
NL: € 733

951

970

Woonlasten meerpersoonshuis-houden (BBV)

€ 888

€ 956

€ 1.090
NL: € 810

1.170

1.211

Gem. WOZ-waarde woningen (BBV) (in €)

282.000
NL: 250.000

299.000
NL: 271.000

315.000
NL: 290.000

338.000
NL: 317.000

404.000
NL: 369.000

Demografische druk (BBV)

91,5%

91,6%

91,1%
NL: 70,1%

91,1
NL: 70,3

91
NL: 70,3

nb = (nog) niet bekend

Deze pagina is gebouwd op 11/13/2023 14:21:12 met de export van 11/13/2023 14:11:35